Marja van den Boogert-Mostert (65 jaar)

27 maart 2020

Al bijna 2 weken mag ma geen bezoek hebben in het verpleeghuis vanwege het Corona-virus. En dat terwijl ze half februari nog zo gevallen was en een scheurtje had opgelopen in haar schaambeen. We waren allemaal heel erg bezorgd om haar. “Gelukkig” zorgt meneer Alzheimer ervoor dat ze steeds vergeet dat ze pijn heeft. Nu is er dus de dreiging van Corona. Gisteren kregen we het bericht dat er bij ma op de afdeling één bewezen Coronabesmetting was en twee vermoede. We moeten dus maar hopen dat het niet ma treft, want benauwdheid gun je haar ook niet. Het is zó ongelooflijk akelig dat je niet zomaar even langs kunt wippen om te kijken hoe ze het maakt. Beeldbellen is ook niets, daar begrijpt ze echt helemaal niets van. We moeten het dus maar hebben van de rapportages waar we via internet bij kunnen komen.

3 april 2020

En toen kreeg ik een telefoontje van M., de teamleidster van de afdeling van ma. “Je moeder heeft koorts en is grieperig en ze ligt op bed in haar kamer. We hebben een Coronatest afgenomen, waarvan we morgen de uitslag krijgen.” Ik houd mijn hart vast, want dit is het bericht dat ik niet wilde horen en waar ik heel erg bang voor was. Het klinkt als een soort doodsvonnis. Ze gaat nu verzorgt worden door zorgmensen die helemaal ingepakt zijn en zo goed als onherkenbaar zijn. Daar gaat ze helemaal niets van begrijpen. Maar ach….misschien is het wel een gewone griep en zit ze volgende week weer op haar vaste plek aan tafel naast tante Wil.

4 april 2020

Gisteravond laat kreeg ik te horen dat de test positief was en dat ma vanmorgen zou worden overgebracht naar een andere locatie waar een speciale Corona-afdeling was ingericht. Mijn zus en ik besloten die morgen naar het verpleeghuis te gaan om haar “uit te zwaaien”. We hadden ze al ruim 2 weken niet meer in levende lijve gezien en eigenlijk geloofden we er niet zo in dat ze dit ook nog zou overleven. Ze zou worden opgehaald met een rolstoelbusje. Het was prachtig weer dus ze stond buiten in het zonnetje te wacht, samen met een andere mevrouw van haar afdeling die door hetzelfde lot was getroffen. Alle pogingen om haar nog iets te laten herkennen van ons strandden hopeloos. Het was te lang geleden dat ze ons had gezien.

Na een kwartier kwam er een busje, maar het was een gewoon busje, en het was een illusie dat iemand als ma met haar klachten, zelf in zou kunnen stappen. Ze werd dus weer naar binnen gebracht en het lange wachten op een rolstoeltaxi begon. Ruim een half uur later kwam er eindelijk één. Als een dood vogeltje zat ze in haar rolstoel, de babypop vastgeklemd in haar handen en even later werd ze weggebracht, samen met een grote roze vuilniszak waarin haar spulletjes zaten. Het voelde alsof ze op transport werd gezet. Het was afschuwelijk!

’s Middags heb ik nog gebeld met de verantwoordelijke van haar nieuwe plek. Deze was heel positief en zei dat ma koortsvrij was en lekker in de huiskamer zat met haar pop. De gedachte kwam bij me op dat ze dit ook weer ging overleven en dat vertelde ik aan mijn zus, die daarop antwoordde dat ze een schoen zou opeten als dat echt zo was.

Om half vier ’s nachts werd ik gebeld. Ik schrok me werkelijk lam! Ma was gevallen en er ernstig aan toe. Het zou zomaar kunnen dat ze de morgen niet ging halen. Ik heb broers en zus ingelicht en gevraagd of zus meeging. De regel was dat er maar 2 mensen bij haar mochten wanneer het overlijden aanstaande was, en dat dat dezelfde personen moesten zijn en dat er ook niet mocht worden gewisseld. Gelukkig ging zus mee. We moesten door twee afgesloten hekken, twee op slot gedraaide deuren en toen kwamen we in de ruimte waar we werden uitgerust met overschoenen, schorten, haarnetjes, mondkapjes, handschoenen en brillen. Ons werd verteld dat ma uit bed was gekomen en gevallen was met haar hoofd op een ijzeren tafeltje. We zagen haar….en werden héél stil. Ze had een grote wond aan de rechterkant van haar hoofd en haar mooie witte krullende haren waren vuurrood van het bloed. Bovendien was ze steenkoud. Het zag er vreselijk uit. Ik begreep dat er ’s nacht maar één verzorgster op de afdeling liep. En dan gaat de fantasie werken: één verzorgster, er valt iemand en loopt een grote wond op, kan ook niet meer zelf overeind komen. Hoe komt ze weer in bed? Daar moet hulp bij komen. Hoe lang duurde dat? Bovendien was de overdracht van het ene naar het andere tehuis ook op zijn janboerenfluitjes gegaan. Ma was ’s nachts vaak onrustig. Daar had ze een sensor voor gekregen bij haar bed, zodat er meteen een verzorgster naast haar stond zodra ze één stap buiten haar bed zette, en ook het hek van het bed was gewoon naar beneden. En zo’n ijzeren tafeltje vlak bij haar bed? Ook niet veilig. De verzorgster gaf ook nog aan dat ze helemaal niets van haar wisten. Hoelang heeft ze op de grond gelegen voordat iemand haar kwam helpen. Ze was zó koud dat er niet eens saturatie kon worden gemeten.  Helaas was zus niet in staat te blijven, het werd haar teveel: de aanblik van een zwaargewonde ma, de bloedspetters op de muur, ze kon het niet aan. Er mocht ook niemand anders meer bij, dus aan mij de taak om op mijn tanden te bijten en door te zetten. Ik heb starend naar ma naast haar bed gezeten, meer kon ik niet. Af en toe een handdoek onder haar hoofd gelegd als ze weer moest spugen. Ze had diarree en spuugde gal. Ik heb zitten bidden of ze alstublieft dood mocht gaan, maar het was nog niet klaar. Om 7 uur was ze opgewarmd en stabiel en ging ik naar huis, paar uurtjes geslapen. Daarna was ik vreselijk moe en apathisch. Het lukt me gelukkig om mijn hersens bij elkaar te houden, waarschijnlijk omdat ik bezig was met van alles voor te bereiden: familie inlichten, denken over de begrafenis enz.

5 april 2020

Vandaag lijkt het een rustige dag. Er is besloten tot een “comfortabele therapie”. Ma moet zich comfortabel voelen, geen pijn voelen. Als morfine niet voldoende helpt gaat men over op het geven van slaapmedicatie, wat uiteindelijk tot haar dood zal leiden.

6 april 2020

Vanmiddag is er met de slaapmedicatie begonnen. Mijn zus en ik hebben vanmiddag nog een “raambezoek” gebracht. Wij in de tuin, ma achter het raam. Dat was fijn, hoewel ze constant sliep.  Ik heb wel besloten om er niet naar toe te gaan wanneer ze gaat overlijden. Ze is niet meer bij kennis en ik vind  het risico op besmetting  zó groot. Tante Wil, ma’s zus en tafelgenote, heeft het virus nu ook, maar zij mag in haar vertrouwde omgeving blijven, de bofferd!

7 april 2020

Om half 5 vanmorgen ben ik gebeld dat ma’s overlijden aanstaande was. Ik zei dat ik niet zou komen, maar 5 minuten later zat ik in de auto. Zo werkt dat. Weer het hele ritueel van dichte hekken, dichte deuren, sluizen, beschermende kleding, en onderwijl werd er gezegd dat ik waarschijnlijk te laat zou komen, en dat was ook zo. Ik was 5 minuten te laat. Ik kon niets anders doen dan naast haar gaan zitten, staren naar haar inmiddels gladgestreken gezicht, de pop naast haar. Het was klaar. Er werd gezegd dat de dokter om 8 uur kwam schouwen en dat ik dan de begrafenisonderneming mocht bellen. Ze moest dan binnen 4 uur worden “afgevoerd” i.v.m. het virus.

De begrafenisondernemer handelt alles af via de mail en per telefoon. We zijn vanmiddag met zijn allen bij elkaar geweest bij jongst broer om alles af te stemmen.

10 april 2020

Vandaag is ma begraven. Het was een prachtig zonnige dag, zo in tegenstelling met de dag dat mijn pa begraven was, toen was het 20 graden onder nul. De begrafenis verliep netjes met wat schoonheidsfoutjes helaas, maar dat kwam door de begrafenisondernemer. We werden allemaal uit elkaar gezet, alleen echtparen zaten samen. Ik had zielsmedelijden met mijn jongste, heel alleen zat ze op een stoel achter ons, en ze was zo verdrietig, en niemand mocht er een arm omheen slaan vanwege de strenge regels. En dan zeg je aan het eind van zo’n gebeuren: “Nou tot ziens dan maar.” Dat klopt natuurlijk helemaal niet. Normaal heb je koffie met je gasten en haal je herinneringen op en dat breekt het verdriet enigszins. Wat moesten we nu?

11 april 2020

The day after…. Er zullen nog veel moeilijke dagen komen. Corona maakt alles anders dan normaal. De dood en het afscheid van ma was niet op deze manier bedoeld. Het heeft een enorme wond geslagen.